Een van de maatschappelijke doelen van de Omgevingswet is ‘de leefomgeving in onderlinge samenhang benaderen’. Deze samenhangende benadering wordt in de praktijk gebracht door omgevingsvisies, -plannen en -vergunningen en door het besluitvormingsproces waarin een integrale belangenafweging plaats vindt. De beschermingsdoelstellingen in het omgevingsplan zijn geformuleerd aan de hand van doelvoorschriften, middelvoorschriften of een combinatie daarvan. Het bevoegd gezag kan binnen de kaders van de Omgevingswet en omgevingsveiligheidsbeleid eigen afwegingen maken over de vereiste kwaliteit en bescherming van de fysieke leefomgeving. Door deze bestuurlijke afwegingsruimte kan het bevoegd gezag (het decentrale bestuur) regelgeving toespitsen op de lokale situatie en de lokale ambities. Wel vraagt de Omgevingswet om transparantie en onderbouwing van deze bestuurlijke keuzes.
De Adviesrobot omgevingsveiligheid is een online tool waarmee adviseurs externe veiligheid van omgevingsdiensten gemakkelijk en snel kunnen bepalen of een ontwikkeling binnen de afgesproken standaard criteria valt.
De Rijksoverheid vindt het belangrijk dat waterstofprojecten plaatsvinden en dat dit veilig kan in situaties waarin nog geen wet- en regelgeving is. Het veiligheidsrichtsnoer over waterstofdragers gaat specifiek in op importprojecten voor waterstof.
Lokaal bestuurders kunnen met behulp van deze handreiking gevoel krijgen bij de bestuurlijke afwegingen die gemaakt moeten worden. Wat deze handreiking bestuurlijk en uniek maakt, is de vergelijking die gemaakt wordt tussen waterstof en aardgas.
De bestuurlijke werkgroep BOVEN heeft een handreiking in vraag-en-antwoord-vorm geschreven over bestuurlijk omgaan met de veiligheidsrisico’s van de energietransitie.
Deze Handreiking is een hulpmiddel voor bedrijven en overheden om de gelijkwaardigheid te kunnen onderbouwen van alternatieve maatregelen voor de in een PGS opgenomen maatregelen.
Zes Twentse gemeenten en de Veiligheidsregio Twente, informeren omwonenden over de risico’s van het spoorvervoer van gevaarlijke stoffen met de campagne ‘Maar wat als?’.
Om aan te tonen of een gemeente passende bescherming kan bieden aan de nieuwe populatie en/of de populatie beperkt kan worden, heeft de provincie Noord-Brabant dit stappenplan ontwikkeld.
Deze handreiking is opgesteld ter ondersteuning van ambtenaren bij het verantwoorden van het groepsrisico binnen aandachtsgebieden met een verhoogd groepsrisico.
Met deze campagne worden de inwoners uit 8 spoorgemeenten in Brabant geïnformeerd over het spoorvervoer van gevaarlijke stoffen.
Het Scenarioboek is ontstaan vanuit de behoefte aan realistische en uniforme scenario’s. De scenariokaarten bieden inzicht in de mogelijke scenario’s met gevaarlijke stoffen in relatie tot de ruimtelijke ordening.