Een van de maatschappelijke doelen van de Omgevingswet is ‘de leefomgeving in onderlinge samenhang benaderen’. Deze samenhangende benadering wordt in de praktijk gebracht door omgevingsvisies, -plannen en -vergunningen en door het besluitvormingsproces waarin een integrale belangenafweging plaats vindt. De beschermingsdoelstellingen in het omgevingsplan zijn geformuleerd aan de hand van doelvoorschriften, middelvoorschriften of een combinatie daarvan. Het bevoegd gezag kan binnen de kaders van de Omgevingswet en omgevingsveiligheidsbeleid eigen afwegingen maken over de vereiste kwaliteit en bescherming van de fysieke leefomgeving. Door deze bestuurlijke afwegingsruimte kan het bevoegd gezag (het decentrale bestuur) regelgeving toespitsen op de lokale situatie en de lokale ambities. Wel vraagt de Omgevingswet om transparantie en onderbouwing van deze bestuurlijke keuzes.
Praktijkvoorbeelden
Handreiking Externe veiligheid in het omgevingsplan

Handreiking Advisering Milieubelastende activiteiten

De veiligheid van waterstof(dragers)

Handreiking Omgevingsveiligheid (Externe Veiligheid) Provincie Utrecht

De Adviesrobot

Richtsnoeren voor veilig omgaan met waterstof

Omgaan met waterstofrisico's - Een handreiking voor lokaal bestuurders

Vragen en antwoorden over de bestuurlijke omgang met veiligheidsrisico’s van de energietransitie – Een handreiking voor bestuurders en raadsleden door bestuurders

Beoordeling gelijkwaardigheid PGS-maatregelen

Maar wat als?!
