De grootschalige industriële toepassing van waterstof als energiedrager is nieuw en over de exacte wijze van toepassen is nog veel onbekend. De ontwikkelingen in de markt gaan sneller dan de wet- en regelgeving en waterstof is hierin nog niet goed verankerd. Om de VTH processen te versnellen en verschillen in VTH beoordeling tussen omgevingsdiensten te voorkomen hebben de diensten behoefte aan nieuwe kennis en handvatten. Als hulpmiddel is daarom de voorliggende handreiking (lees ook: wegwijzer) ontwikkeld. De handreiking is een naslagwerk over de kenmerken van waterstof(dragers) en op de wijze waarop kan worden omgegaan met onbekende risico’s. Het kan gebruikt worden als handvat om de ruimtelijke inpasbaarheid in te schatten en bij het doorlopen van een vergunningsproces voor grootschalige productie en industriële toepassingen van waterstof.

Metadata

  • Opdrachtgever: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
  • Auteur(s): Yolanda Waas (DCMR), Axel Pel (DCMR) en Wim Derksen (ODNZKG)
  • Datum laatste actualisatie: maart 2024

Met welk doel is het voorbeeld opgesteld?

DCMR heeft in 2022 ontwikkelbudget aangevraagd en ontvangen van MinIenW voor een project “veiligheid nieuwe energiedragers”, om een gestructureerd programma te ontwikkelen rond de veiligheid van nieuwe energiedragers waarmee Omgevingsdiensten voorbereid worden op de VTH-taak onder de Omgevingswet tijdens de energietransitie. Deze handreiking is één van de resultaten van dit project en heeft tot doel de huidige stand van zaken te kunnen kennis te delen tussen de professionals van de Omgevingsdiensten en hun opdrachtgevers. Maar omdat de kennis- en beleidsontwikkeling op dit gebied snel gaan zal deze handreiking langzamerhand zijn waarde verliezen. Vandaar dat het andere resultaat: een kennisnetwerk van de professionals uit de Omgevingsdiensten op het gebied van de omgevingsveiligheid rond nieuwe energiedragers, een minstens zo belangrijk en resultaat.

Wat kan de gebruiker leren van het voorbeeld?

Dit rapport begint met een algemene beschrijving van nieuwe energiedragers, met de nadruk op waterstof(dragers). Vervolgens wordt een universeel stappenplan aangereikt waarmee de ruimtelijke inpasbaarheid van nieuwe initiatieven kan worden beoordeeld. Daarna geeft dit rapport een nadere toelichting op de manier waarop omgegaan kan worden met onbekende risico’s. Vervolgens is een leidraad gegeven die gebruikt kan worden als handvat in het vergunningverleningsproces. Het rapport gaat vervolgens dieper in op de BBT-documenten en PGS-richtlijnen die gebruikt kunnen worden om initiatieven met nieuwe energiedragers te beoordelen. Tot slot is een toelichting gegeven op de projectachtergrond.

Op welke type werkzaamheden is het voorbeeld van toepassing?

Deze handreiking is primair bedoeld voor vergunningverlening, maar onderdelen ervan kunnen ook behulpzaam zijn bij toezicht en handhaving.